In 2021 maakten we onze eerste campertocht. We kochten een Rapido, uit 2004, leerden haar kennen, noemden haar Geraldine Camper en startten ons avontuur. Echt alles was de eerste keer. Routes klaarmaken, gastanken wisselen, ontdekken dat de stoppen doorslaan als je een kacheltje aanzet met een te hoog wattage etc. Maar dat mocht de pret niet drukken. Wij toerden door Zwitserland -zie ook De tien mooiste camperroutes- en maakten een lijst met prachtige plaatsen voor jou! En zoek je naar foto's? Die vind je onder de post! Voor deze rondreis maakten wij gebruik van de reisgids van Reisroutes, die ik echt een aanrader vind. Hij is voordelig, in PDF en de mooiste plekken zijn voor je uitgestippeld!
We reden via Frankrijk langs het meer van Genève Zwitserland in. En eigenlijk begint daar je reis al. Want wat ligt het meer mooi rechts van de snelweg als je via de Noordkust richting de Alpen rijdt.
Onze eerste stop was Saas Fee, ook wel de Parel van de Alpen genoemd, een gezellig authentiek Zwitsers bergdorp met gondels all over the place. Als je er een biertje wilt gaan drinken, moet je even je pinpas goed vullen, want goedkoop is het er niet. Overigens in heel Zwitserland niet. Daarom hadden we de camper toch wel goed gevuld met wijn, bier, lekkers en standaard zaken als rijst, pasta en soepen. Rond Saas-Fee vind je de hoogste bergen van Zwiterland. Er zijn in totaal 48 bergen met een hoogte boven de 4.000 meter. En zeven van die bergen zijn weer hoger dan 4500 meter. Saas- Fee is volgebouwd met hotels en appartementen, maar is ook gemoedelijk gebleven. Voordat je het dorp inrijdt is er een grote camperplaats. Niet echt heel gezellig aangelegd, maar als je een plek aan de rand kunt bemachtigen sta je versteld van het uitzicht! Via een lift in de parkeergarage loop je het dorp in.
Via Saas Fee reden we naar Binn, een plek waar je echt geweest moet zijn als je Zwitserland aandoet. Vinden wij dan hè. Want wat is dat een spectaculair mooie plek! Wij stonden op camping Giessen direct aan de Binna, een kletterend bergwater dat langs onze camper ruiste.
Het Binn-tal leent zich voor geweldige wandeltochten. Het krioelt er van de vlinders, krekels en andere insecten, koeien met geweldig grote bellen staan tegen de berghellingen aan, er rijden nauwelijks auto's en je waant je in een andere tijd. Vanaf de camping loop of fiets je eenvoudig naar Binn. dorpje Binn bestaat uit veel donker houten huisjes en heeft aan de Binna een gezellig restaurantje. Overigens staat naast het restaurantje een geweldig fietsenrek met een klep waarin allerlei fietsgereedschap en oplaadapparatuur aanwezig is. Er lopen 150 km bewegwijzerde wandelpaden door het dal richting Zermatt. De Eggerhorn is het uitzichtpunt van het dal.
Als je vanaf de camping naar boven loopt of fietst heb je een geweldig uitzicht over het dal en zicht op de Eggerhorn.
Onze tocht ging verder via de Gotthardpass, in tegenstelling tot de Simplonpas en de Fürkapass een fluitje van een cent. Onderaan de pas, in Andermatt is een camperplek. Ga daar niet staan, naar rijd een stuk de pas op. Dat deden wij tenminste, ook al waren we al flink moe. Jawel, natuurlijk waren er haarspeldbochten, maar die kon onze Geraldine makkelijk hebben!
Bovenop de pas, in Airolo is een prachtige camperplek zonder veel voorzieningen. De sterrenhemel 's avonds is adembenemend, tenminste als je geen mist treft.. Wakker worden boven op een bergpas vond ik een geweldig avontuur. De stilte is bijna niet te vatten. Het restaurant op de top is aan de prijs. De wandelmogelijkheden zijn legio! Neem de Gotthardtunnel dus niet als je houdt van ongerepte natuur, prachtige uitzichten en adembenemende stiltes!
Van een collega had ik gehoord dat ik beslist even Lauterbrunnen moest aandoen. En op de site van Campercontact las ik dat de laatste camping in het dal de mooiste was. De tocht naar Lauterbrunnen was ook weer geweldig. Tijdens de oversteek door de passen rijd ik het liefst zelf, want als je op de bijrijderstoel zit dan heb je al snel het gevoel dat je zo het ravijn in kunt kieperen. Zelf rijden betekent dan controle en een beetje controle, daar houd ik wel van!
Camping Rütti werd het: een kleine camping aan het eind van het dal in Stechelberg, direct gelegen tegen de berg en aan het begin van vele wandelroutes. De camping ligt aan de rivier. Geen rivier die kabbelt, maar die flink wat lawaai produceert en bestaat uit ijskoud bergwater. Het prachtige van Lauterbrunnen is dat het in een dal tussen twee erg hoge toppen ligt, tegen de Jun
Lauterbrunnen ligt in een indrukwekkend dal van de Alpen tussen gigantische rotswanden en bergtoppen. Het is een van de grootste beschermde natuurgebieden in Zwitserland en heeft maar liefst 72 denderende watervallen. Via het dorp, dat hoger ligt en bestaat uit een rij toeristische winkeltjes en restaurants rijd je naar beneden het dal in; een lange rechte weg naar het einde van het dal waar de start is van verschillende mooie wandelroutes.
Natuurlijk bezochten we ook de Trümmelbachwaterval in het binnenste van de berg Schwarzer Mönch, verborgen achter gigantische rotswanden. 20.000 liter water per seconde stort zich over tien gletsjervallen met een hoogte van zo'n 200 meter. De waterval ligt dus IN de berg en dat alleen al maakt het een geweldig avontuur. Je kunt met de lift omhoog, handig als je niet zo mobiel bent of een mindere conditie hebt. We fietsten vanaf de camping richting de watervallen en het dorp, een klein fietstochtje en een heel kleine helling. De kracht van het water benam ons de adem. Wat een geweld!
Op de terugweg vielen we in de prijzen. De grote Alpabzug was begonnen: de koeien die in de zomer hoog in de Alpen hadden gegrazen werden feestelijk naar beneden begeleid aan het einde van de zomer. het bleek een jaarlijkse traditie te zijn: de boeren die de koeien en schapen van de bergen naar de boerderijen in het dal terugbrengen. We hoorden van omstanders dat het vee vroeger gecamoufleerd werd met takken tegen boze geesten. Nu zagen we een totaal ander plaatje. Deze koeien kwamen met prachtige tooien van bloemen op hun kop naar beneden. De een met een nog grotere bel en tooi dan de andere. Blijkbaar is het zo dat de koe of het schaap dat het meeste melk opgebracht heeft het mooist versierd wordt.
Houd je van Italiaanse sferen? Ga dan vooral even richting Ascona en Locarno. De stadjes liggen naast elkaar aan het Lago Maggiore en hebben daardoor veel Italiaanse invloeden. Ascona ligt zo'n 4 kilometer van Locarno. Vroeger was Ascona een kleine vissershaven, maar tegenwoordig is het behoorlijk toeristisch. Toch vonden wij de sfeer erg gemoedelijk en de palmbomen maakten de omgeving weer net even wat anders dan de groene zwitserse Alpen. Ga vooral even Borgo in, dit is de oude binnenstad van Ascona.
Locarno is echt ook flink Italiaans qua sfeer. Je zou niet zeggen dat dit een Zwitsers stadje is. Midden in het stadje ligt de Piazza Grande: een groot plein met cafés, winkels en restaurantjes. De steegjes van de oude, binnenstad, komen uit op het plein. Wij hebben er heerlijk rondgeslenterd.
Het is heerlijk om mijn reizen te kunnen delen met mijn website-bezoekers! En... ik heb de meeste reizen omgezet in digitale reisgidsen.
Compleet met: